No Tsukomi technieken oefenen

Wanneer we beginnen met Junzuki no Tsukomi is het van belang dat je de eerdergenoemde begrippen Mami, Hanmi en Mahanmi goed begrijpt. Het juiste gebruik van deze houdingen zorgen voor een goede performants van de technieken.

Junzuki no TsukomiWanneer we vanuit de stand Junzuki-dachi beginnen met de uitvoer van deze techniek is het zaak om te proberen om vanuit die Mami houding zolang mogelijk voorwaarts te gaan, pas dan gaan we het lichaam roteren en schiet de vuist voorwaarts naar het te treffen doel.

Romp en body behoren als een te werken, het is een vergissing om te denken dat je zo hard mogelijk moet stoten. Je zou deze techniek kunnen vergelijken met het maken van een zwaardslag, om een effectieve slag te krijgen moet deze uit de romp komen en niet uit de armen.

Oefening met partner:Om een beter gevoel te krijgen van het gebruik van je lichaam kun je het volgende oefenen.Ga tegenover elkaar staan gewoon op schouderbreedte, pak elkaar met de rechterhand vast en ga nu even wat we noemen Armpje drukken. Je zult onmiddellijk voelen dat het een soort van machtspelletje zal worden. Wie heeft de meeste kracht in zijn armen.Wanneer je nu het volgende doet maakt het niets meer uit hoe sterk die partner van jou ook is, je zult altijd gaan winnen.Ga op dezelfde manier staan met de handen in elkaar wanneer je nu gaat duwen zorg je ervoor dat je het rechterbeen inwaarts draait samen met het roteren van je body, je zal nu gelijk merken dat jou tegenstander onmiddellijk uit balans wordt gebracht. Wanneer je dit goed doet door gebruik te maken van je body, maakt het niets meer uit hoe groot en sterk je tegenstander is.

Gyakuzuki no TsukomiOok deze techniek beginnen we vanuit Junzuki-dachi waarna we een wisselstoot maken om tot de stand Gyakuzuki-dachi te komen.Een van de leermomenten binnen deze techniek is dat je een goede balans op eenbeen gaat ontwikkelen. Dus wanneer je nu de eerste beweging gaat maken doe je dit op de volgende manier.Breng één been inwaarts met de knie tegen het standbeen en rust nu op de punt van je teen. Breng nu dat been weer naar buiten zonder dat je de balans op het standbeen verliest. Hevel nu je gewicht over en plaats de stoot.

Natuurlijk is het op de juiste manier uitvoeren van de stoot ook een belangrijk onderdeel​ van deze techniek. Veelal wordt er gedacht dat deze techniek slechts een stoot in de onderbuik van de tegenstander is, op zich is dat prima maar de essentie van deze techniek is toch iets anders, namelijk het zogenaamd vastzetten van de tegenstander, het de tegenstander onmogelijk maken om nog verder te kunnen aanvallen is belangrijker dan slechts een grove stoot te maken.

Zo zijn bijna alle technieken binnen het Wado karate​ niet geënt op brute kracht, maar veel meer op slimme efficiëntie waarbij we de tegenstander zoals we vaak zeggen op het verkeerde been zetten.Het effect hiervan is dat een tegenstander hier slecht of soms helemaal niet mee om kan gaan waardoor kracht en bruut geweld helemaal niet nodig is.

​Wat vooral van belang is dat je gaat voelen wat je lichaam eigenlijk doet, zo maken we deze stoot niet vanuit je arm (spierbal) maar vanuit je romp. De rotatie van je body zorgt ervoor dat je vuist naar voren wordt geschotenEen simpele manier om hier wat meer grip op te krijgen is het volgende, ga gewoon rechtop staan met de armen langs het lichaam. Draai nu je romp een paarkeer om en om en laat dan je arm gaan.Wanneer je dit een beetje door hebt kun je dit op dezelfde manier doen wanneer je in Junzuki of Gyakuzuki dachi gaat staan.

Wat Gyakuzuki no Tsukomi betreft ook hier speelt die zogenaamde Seichusen een belangrijke rol omdat deze tijdens de uitvoer van deze techniek van plaats verandert.Allereerst beginnen we om in de stand Gyakuzuki-dachi te gaan staan. Uitgaande van een stand met het linkerbeen voor brengen we nu de rechterknie bijna tegen de linkerknie aan, ons totale gewicht staat nu op het linkerbeen. Met andere woorden we moeten het rechterbeen onafhankelijk in alle richtingen kunnen bewegen.Na dat we het been hebben neergezet hevelen we ons lichaam over naar de andere kant, maar wel zonder uitbalans te geraken. Nu komt de stoot die we uitvoeren door een gelijktijdig een lichte draai van de romp te maken.